Let op!
Voor teveel passie, voor teveel vuur!
Doe geen domme dingen! Doe niets!
Dan kan het zeker niet mislukken.
Teveel vuur verbrandt je vingers.
En komt je duur te staan.
Levenslang. Op krukken. Met jezelf geen blijf.
Zij was actrice, ballerina, circusartieste.
Altijd de mooiste kleren, de schoonste schoenen aan.
Een vrouw om door een ringetje te halen.
Moeder moeten worden.
Hij was knap. Speels. Een Handy Man.
Geef hem een complimentje en ge krijgt er alles van
gedaan. In zijn biceps zat een baksteen. Huizen
kon je op hem bouwen.
Tot. Hij
onbedoeld maar onbezonnen,
mijn eerste, eigen, mooiste huisje platbrandde. Bijna
met de grond gelijk. Zwart
werd het voor mijn ogen. Dieprood
was de pijn.
Of hoe sommige vaders sommige levens in rook op laten gaan.
Wèg waren mijn kleren en mijn kasten, mijn boeken en mijn platen. Wèg mijn toevluchtsoord, mijn schuilplaats
en mijn fundament.
Waar vond ik onderdak voortaan?
Waar moest ik zonder huisje heen?
Mijn ziel stond buiten in de kou.
Mijn hart kloeg steen en been.
Maar er waren er die vroegen om dat niet te zeggen.
Om hem geen pijn te doen.
Sindsdien staat rondom mij geen muur meer recht.
Sindsdien ligt mijn hebben en mijn houden daar: op straat.
Ik werd, noodgedwongen,
mijn eigen bouwbedrijf. Maar dat is niet erg:
zonder dak en zonder muren
zie ik de schitterendste kleuren,
landen de mooiste vogels op mijn schouders,
op mijn verlaten lijf.
Zonder, ben ik mijn eigen ondergaande zon.
Misschien is dat de hemel?
Die, in zijn plaats,
sorry… zegt.
(c) Werner Storms
24 september 2019